Storing zoeken

 

Een machine heeft last van een storing dat komt regelmatig voor. Soms kan het lastig zijn om de oorzaak te vinden van een storing. Er is in zo'n geval vaak een gebrek aan informatie. Systematisch storing zoeken is het verzamelen van informatie om een storing snel te lokaliseren en te definiëren. (Het doel van een systematische storingsanalyse is het zo kort mogelijk stellen van de juiste diagnose.)

Wat is een storing?

 

Je kunt pas spreken van een technische storing of probleem als:

  • De werking van een werktuig niet meer voldoet aan de gestelde eisen.
  • Het gemaakte product afwijkt van de gestelde normen.
  • Er een crash plaatsvindt aan een werktuig en deze vervolgens stilvalt.

Hoe pak ik een storing aan?

 

Als de oorzaak van een storing bekend is dan kan deze meteen worden opgelost. Zo niet dan moet de situatie worden geanalyseerd om achter de bron van het probleem te komen. Om de oorzaak te achterhalen stel je jezelf de volgende vragen:

 

  1. Wat is het verschijnsel (Wat?)
  2. Waar doet het verschijnsel zich voor; aan welk component, aan welke groep? (Waar?)
  3. Wanneer is het verschijnsel opgemerkt? (Wanneer?)
  4. Wat is de omvang, wat is de afwijking? (Hoe veel, hoe vaak?)
  5. Is al eerder geprobeerd deze storing op te lossen? (Zo ja, wat was het effect?)

 

Gebruik deze vragende woorden voor het zoeken naar informatie zoals:

Wie?

Welke?

Waarvoor?

Wat?

Waarom?

Waarbij?

Waar?

Hoe?

Hoe veel?

Wanneer?

Waardoor?

Hoe lang?

De meest waarschijnlijke oorzaak

 

Meestal moeten we de informatie die we gekregen hebben uit deze vragen systematisch selecteren, ordenen en analyseren. De hiermee verkregen gegevens leveren de informatie om de meest waarschijnlijke oorzaken aan te kunnen wijzen. Met deze gegevens kunnen we zeggen:

  • Wat is er precies mis?
  • Wat is de oorzaak?

 

We weten de oorzaak pas als het probleem hiermee ook daadwerkelijk is opgelost. Uit het onderzoek moet blijken:

  • Wat is het probleem, welke verschijnselen treden er op en wat er precies mis gaat.
  • Wat hiervan de oorzaak is.
  • Welke maatregelen er genomen moeten worden om het probleem of de problemen op te lossen.
  • Welke nazorg er nog moet gebeuren of wat er nog niet is gedaan.

 

Als er geen duidelijke oorzaak gevonden kan worden zal een nog intensievere situatieanalyse moeten worden gedaan.

 

Soms is één handeling niet genoeg en moet je meerdere maatregelen nemen, want:

  • Een storing kan meerdere oorzaken hebben, die moeten worden nagegaan;
  • Een storing kan net zoals meerdere oorzaken ook meerdere gevolgen hebben

 

Soms moet er na een storing nazorg plaatsvinden worden want:

  • Nauwkeuriger afstellen;
  • Bepaalde processen of onderdelen nog controleren;
  • Definitieve reparaties uitvoeren, als de storing slechts voorlopig is verholpen

Vaststellen van gegevens

 

In een logboek (of computerprogramma) houd je de en oplossingen bij. Dit is handig om later terug te kunnen vinden wat er eerder is gebeurd en hoe het toen opgelost is. Zorg er wel voor dat je in het logboek duidelijk alles noteert:

  • Denk altijd goed na wat je noteert;
  • Gebruik korte zinnen, schrijf eventueel in telegramstijl;
  • Noem de onderdelen of machines bij de juiste naam;
  • Schrijf zo duidelijk mogelijk wat er mis is of kapot;
  • Schrijf duidelijk en leesbaar.

 

Vergeet ook niet te vermelden:

  • De datum en het tijdstip waarop de storing ontstaan is, en wanneer deze opgelost is;
  • Welke machine;
  • Je naam

Werkinstructie storing zoeken

 

Schematisch storing zoeken

 

Storingen zoeken op een schematische methode is erop gericht om de installatie z.s.m. weer goed te laten functioneren. Door een snelle opsporing kun je de stilstandstijd en dus het productieverlies zo veel mogelijk beperken.

 

Het opsporen van storingen is vaak een zeer lastige klus. Toch wil je de oorzaak z.s.m. vaststellen. Om dit mogelijk te maken, wordt vaak gebruik gemaakt van een vaste methodiek waarmee de oorzaak van de storing stapsgewijs kan worden achterhaald. Deze manier van storing zoeken noemen we de stappenmethode. De stappenmethode omvat tien stappen, die hierna worden toegelicht.

 

Werkvoorbereiding

 

  1. De storingsmelding

De monteur ontvangt de (mondelinge of schriftelijke) storingsmelding. De melding bevat informatie in welke machine of welk gedeelte van het systeem de storing optreedt en liefst ook uitgebreidere bijzonderheden worden gemeld.

 

 2. Opnemen van de situatie

De monteur gaat naar de machine of de installatie, zodat hij of zij de situatie daar op kan nemen en de storingsmelding te kunnen bevestigen.

 

 3. Informatie verzamelen

De monteur verzamelt de volgende informatie:

  • Elektrische en hydraulische schema's en tekeningen;
  • Afstelvoorschriften van de fabrikant en/of gebruiker;
  • De monteur informeert bij de machinebediener naar de aard van de storing;
  • De monteur vraagt de bediener om de storing te tonen. Tenminste als dit geen gevaar oplevert. De monteur moet goed opletten als er een storing optreedt.

 

De uitvoering

 

 4. Informatie rangschikken

De monteur rangschikt de verkregen informatie en kan zo het storingsgebied verkleinen.

 

 5. Achterhalen van de aard van de storing

De monteur moet nu bepalen wat de meest waarschijnlijke aard van de storing is. Hierbij gaat hij na of het om een mechanische, elektrische of hydraulische storing gaat.

 

 6. Storing opsporen

Bij het opsporen van de storing gaat de monteur uit van de laatst geschakelde stand van de installatie. Dat is ook de stand van de installatie waarbij de storing optrad.

 

 7. Onderzoeken van de oorzaak

Nadat de monteur de aard en de plaats van de storing heeft vastgesteld, moet hij de oorzaak van de storing vinden.

 

 8. Defect herstellen

Soms wordt een storing veroorzaakt door een betrekkelijk eenvoudig defect, zoals een verbroken contact of een loszittende bedieningsklep. In dat geval kan het defect daar worden hersteld. Bij defecten die niet direct kunnen worden gerepareerd moet het component worden vervangen.

 

 9. Test en eindcontrole

Wanneer het defect is hersteld, test de monteur het betreffende deel van de installatie op de juiste werking. Hij voert ook een eindcontrole uit op de werking van de gehele installatie.

 

Nazorg

 

 10. Administratie

Nadat de eindcontrole is verricht, vult de monteur de storingsgegevens in het logboek in. Deze gegevens omvatten in ieder geval:

  • De datum van de reparatie
  • De naam van de monteur
  • Oorzaak van de storing
  • Gerepareerde en/of vervangen componenten
  • Duur van de storing oponthoud

Schema storing zoeken